Trots.

Geschreven door op

self

Mijn vader was trots.

Dat is nogal een dooddoener voor een stukje als dit en het lijkt bijna een verwijt. Maar niets is minder waar. Hij was gewoon trots. Op zichzelf. Op ons. Op alles wat hij had. “Dit ben ik” leek hij altijd wel een beetje te zeggen. “En doe er maar wat aan.”. Trots, met een vleugje eigenwijs en heel veel liefde. Over de doden niets dan goeds, maar ik zou niets slechts kunnen bedenken dat ik niet over mezelf heb afgeroepen.

Een tijdje geleden kocht ik computer-spulletjes. Zoals altijd was mijn moeder een beetje kritisch, want ze kent mij. Ik deel namelijk een gat in mijn hand met mijn moeder. Geld stroomt er als water doorheen en door schade en schande heeft zij het gat een beetje dicht weten te stoppen. Ik als jong (van den) broekie heb nog steeds een behoorlijke krater dus ze heeft alle reden om kritisch te zijn over alles dat ik mee naar huis sleep. Maar wat ik nu had gekocht was echt nodig. Althans, ik had langer dan vijf minuten nagedacht over de aankoop die ik ging doen. Het stond zelfs al een week of wat op de planning.

En tien minuten later staat mijn vader dan ook boven. Hartstikke “benieuwd” naar wat ik had gekocht. En ik was pissig, want ik zat niet op de zoveelste controle te wachten van wat ik nou weer had gekocht. En voor ik ging werken liet ik dat ook weten, vooral tegen mijn moeder. “Jullie mogen wel stoppen met douane spelen hoor, laat me lekker mijn geld zelf uitgeven!”.

Mijn moeder wist van niks, en mijn vader had ik geloof ik niet erger kunnen beledigen. Want wat bleek? Hij was oprecht heel nieuwsgierig naar wat ik had en hij vond het supergaaf allemaal. En nog voor ik de deur uitwas kreeg ik excuses van mijn vader. Want hij begreep (zoals hij altijd alles begreep wat ik deed of liet) donders goed waarom ik dacht dat ik hem controleerde. En zo ging ik werken die avond, met een kutgevoel over mijn uitbarsting. En eenmaal thuis buitelden we met zijn tweeën over elkaar van wie nou het meest recht had om sorry te zeggen. Ik omdat ik zo’n stomme opmerking maakte, of hij omdat hij die indruk wekte. En uiteraard won hij. Zijn excuses golden zwaarder en daarmee basta. Terwijl hij dondersgoed wist (en ik ook, achteraf) dat ik fout zat en niet hij. Ik maakte de fout, maar hij ving hem op.

Uiteraard niet bereid om voor me onder te doen qua stoere computertoebehoren kwam hij laatst voorzichtig vragen. “Wat kost zoiets nou?”. Want nu ik draadloos op bed over het wereld wijde web kon surfen begon hij ook aangestoken te raken door mijn draadloze spullen-manie. Nog diezelfde week lag er ook bij mijn vader een draadloos toetsenbord voor het scherm. Met allerlei toeters en bellen. Speciale knopjes, handige functie toetsen, alles zat erop. Er zat zelfs een speciale “Alt-F4” knop, om applicaties snel af te sluiten. Hij was er gek op. Maar die knop zal niet vaak gebruikt meer worden. Ik ben Alt-F4 gewend en mijn moeder gaat aarzelend met de muis naar rechtsboven. Dus.

Maar dat hij trots was zag je eigenlijk in alles terug. Niet alleen omdat hij niet wilde onderdoen voor mij, mijn broertje of mijn zusje of voor mijn moeder (“Let maar op, dit mailtje schrijf ik wel zonder vouten!”), maar ook omdat hij zichzelf altijd wegcijferde naar ons toe. Altijd vrolijk als we thuis kwamen, altijd gezellig als hij thuiskwam. Zelfs na een lange klotedag in de auto, in de file en bij vervelende klanten.

Vorig jaar rondde ik bijna mijn MBO opleiding af. Bijna. Ik (te trots en te koppig om wat te zeggen) ging echt keihard zakken voor een vak en het was gewoon onvermijdelijk dat mijn ouders het te weten gingen komen. En hoe ze het te weten kwamen, wow. Zulke ruzies hebben we in jaren niet gehad. En reken maar dat mijn vader een driftkop was.

Niet dat dat lang bleef hoor. Nog diezelfde avond klom hij in de virtuele pen en lange mailtjes heen en weer tussen mijn vader en mijn leraar waren het gevolg. Mijn vader wou van alles het fijne weten en ik ging heel heel hard op mijn bek. Alles dat ik fout had gedaan het afgelopen jaar, al mijn gespijbelde uurtjes en niet gemaakte huiswerk, alles werd breed uitgemeten en de vonken vlogen er vanaf.

Kortom, mijn vader regelde uitstel, de school regelde voor mij (en nog tien anderen) een zesweekse stampcursus en ik besef me nu pas hoe vanzelfsprekend hij dat vond. En of het ook vanzelfsprekend is? Ik weet niet of ik het had gedaan. Maar hij wel.

Van ons twee keek mijn vader het meest uit naar de HBO opleiding die ik nu doe. Eindelijk hoog niveau, eindelijk concrete diploma’s. En ik liep fluitend naar school en ik haalde goede cijfers. Het eerste half jaar zonder één kopzorg door. Je had hem moeten zien. Trots zoals alleen hij dat kon zijn.

Jezus, wat mis ik hem.