Vandaag is het precies twee jaar geleden dat mijn vader overleed.
Ik heb de afgelopen tijd zitten nadenken over een stukje tekst hier, maar eigenlijk vind ik het wel goed zo. De meeste anekdotes heb ik al eens verteld. Ik breek nog wel eens in met een “Vincent had wel eens…” of “ik heb een keer gehad dat…” en steeds meer mensen vinden het niet meer ’eng’ dat ik dat doe. Het wordt een beetje geaccepteerd dat Vincent overleden is. Ook door mij overigens; ik kan tegenwoordig met een redelijk neutraal hoofd vertellen dat mijn vader is overleden en ik durf daar best een beetje trots op te zijn.
Dat al mijn vrienden en de mensen om mij heen het steeds gewoner vinden om er bij stil te staan dat Vincent overleden is vind ik erg fijn. Velen van jullie durven ‘het’ te vragen. Ik hoef nu niet meer te zeggen dat het “goed” met me gaat als mensen aan me vragen hoe het met me is. Tegenwoordig kan ik eerlijk antwoorden en zeggen dat het lastig is, of dat ik verdrietig ben of dat ik me wel red. Het is fijn om openhartig te kunnen zijn, zonder plaatsvervangende schaamte te voelen.
Ik sprak een tijd terug iemand die het onzin vond dat je het ‘wel een plekje kon geven’. Hij had iets meegemaakt waarvan hij zelf zei dat hij het altijd open en bloot bij zich zou dragen. Soms kom ik mensen tegen die er juist nauwelijks onder geleden hebben en hun leven supersnel weer opgepikt hebben. Ze geven zelf ook aan dat ze hun leven (weer) met plezier leven.
Ik weet niet aan welke kant ik mezelf moet scharen. Veel mensen vinden dat ik er zo snel bovenop ben gekomen. Zelf vind ik dat ik nog wel een lange weg te gaan heb.
Wat het ook is, één ding is zeker. Zonder jou, mijn lezer, mijn vriend, mijn vriendin, mijn kennis, mijn oom, mijn tante, of mijn iets anders had ik het nooit gered. Dat je aan mij dacht, en aan mij blijft denken waardeer ik erg.
Dank je wel.