Iemand ophalen

Geschreven door op

self Klaagzang

Vroeger jongen, deden wij het zonder al die moderne mobieltjes enzo. Toen belden we elkander nog gewoon.

Aldus elke willekeurige senior die ik spreek over telefoons, internet op je mobiel, en wat dies meer zij. Ze vinden het doorgaans niks. Maar het is wel verdomd handig. Zo ondervond ik gisteren, in ieder geval.

Tot vorig jaar een keer had ik een behoorlijk hippe telefoon. Interweb erop, emailen, alles kon. Dat ding ging stuk en nu leen ik de oude van Sjoerd, die Walter daarvoor had, totdat er weer iets tofs uit komt. Bijvoorbeeld de nieuwe iPhone, die waarschijnlijk begin volgende maand wordt aangekondigd.

Dat ouwe ding is niet zo handig. Twitter gaat maar net, Facebook is regelmatig teveel gevraagd en elke keer als ik de webbrowser afsluit, moet ik overal opnieuw inloggen. En ik heb een heel lang wachtwoord, dus dat is erg vervelend. Het weerhoudt me er niet van om te internetten, maar liever niet. Dat kan problemen geven.

Gisteren kwam Peter terug van Curacao. Samen met Kenneth zou ik hem gaan ophalen. ’s Ochtends checkte ik nog even Facebook en jawel, hij was ingecheckt. Dus ik er heen.

Daar aangekomen zei het bord: “Expected at 22:00”. Het was tien over half elf in de morgen. Ik dacht nog, “mmm, is dat de lokale tijd?”. Dan maar Kenneth sms’en. Die belde verschrikt op: “Ben je er dan? Hij heeft zeven uur vertraging!”.

Kortom, ik kon weer terug. Twee en een half uur in de trein voor niks. Nou ja, niet helemaal voor niks, want ik heb Starbucks koffie gescoord en mijn huiswerk gemaakt. Ik had wiskundesommetjes en die zien er altijd erg ingewikkeld uit. Ik zat in een stiltecoupé, en een meisje tegenover mij begon te bellen. Ze belde niet van “hoe is het nu met oma na de hartaanval en dat tragische ongeval met die zebra?”. Ze belde een vriendin en begon met “wat ben je nu aan het doen?”. Kortom, een gesprek over niks.

Ik zeg tegen haar “Weet je waar je bent?”. “Hoezo?”. “Je zit net als ik in een stiltecoupé, en ik ben hier niet voor niets gaan zitten.”. Ik wijs op mijn sommetjes. Ze trokken al de aandacht van de andere passagiers, dus die had ik in ieder geval op mijn hand. “Als je zo nodig moet bellen, doe dat lekker ergens anders.”. Boos hangt ze op, en gaat ze weg. Vriendelijke knikjes komen mijn kant op. Punten voor mij, weer een goede daad gedaan.

Toch voel ik me wel een beetje sociaal gehandicapt na deze episode. Thuis aangekomen blijkt Peter vrolijk (of nou ja, vrolijk) te hebben doorgegeven dat het nog wel ff kon duren voor-ie aankwam. De meewarige twitter-berichten vlogen me dan ook om de oren. “Ach, ja dat had ik gelezen. Ben je toch gegaan? :’)”.

Gelukkig had ik Starbucks koffie om mijn verdriet weg te drinken.