Het verschil tussen reiken en grijpen

Geschreven door op

self

Zie je wel. Ook ik heb een filosofische inslag. Een paar weken geleden zat ik op de universiteit, te leren voor een pittig tentamen. Een klasgenoot vroeg me: “Ah, dat en dat, hoe werkt dat nou precies?”. Nadat ik het een beetje uit had gelegd zei hij “Het onderwerp boeit me bijzonder weinig. Maar als jij het kan uitleggen, dan snap je het.”.

Gisteravond had ik de radio aanstaan, en in dat programma was een man aan het vertellen over mensen imiteren. Dat je, hoe hard je ook je best doet, Hans van Mierlo nooit perfect na kan doen. Het ging over komedieshows denk ik. Hij zei, dat verschil tussen hoe jij iemand nadoet, en diegene zelf precies definieert wie jij bent.

Hij ging wat aan de haal met dat voorbeeld en zei dat je een bepaalde afstand kan reiken, en een bepaalde afstand kan grijpen. Wat je kan grijpen is altijd iets minder ver dan je kan reiken. Probeer het maar eens. Strek je vingers zover mogelijk uit, raak iets aan dat heel ver van je plaats af is. Probeer vervolgens, zonder je nog verder uit te strekken, dat ding te grijpen. Dat gaat niet lukken.

“Ah, but a man’s reach should exceed his grasp, Or what’s a heaven for? ~ Robert Browning

Oftewel, dat stukje tussen wat je reikt en wat je grijpt, dat ben jij. Dat definieert wie jij bent. Het ironische is dat je altijd verder kan reiken dan je kan grijpen. Natuurlijk, je kan een stukje naar voren leunen en vastpakken wat je net nog met je vingertoppen beroerde. Maar als je je hand uitstrekt, reik je ook weer een stukje verder.

Je komt ook nooit iemand tegen die zegt “Ik heb alles! Ik ben compleet, mijn leven is af. Ik ga er maar eens een eind aan maken.”. Iedereen reikt verder dan-ie grijpt, en zo hoort het ook. Anders werd het wel heel erg saai en stil allemaal.

Dat is wij. Dat is de “human condition”. Te reiken. Er is niemand die dat niet doet. Zelfs Obama reikt, de krantenbezorger, de mede-student, wie dan ook.

Ik? Waar ik naar reik hou ik lekker voor me. Maar het is verder dan ik grijp, dat kan ik je wel vertellen. Ik reik naar zaken die niet kunnen, zaken die niet bestaan, die nooit zullen zijn. Zaken die mijn verstand te boven gaan. Zaken die ik aan me voorbij laat gaan. Zaken die ik heb gemist. Ik reik.

Op een dag echter, grijp ik ze. Hebbes. Bingo! Mijn greep haalt mijn reik in. Automatisch reik ik naar nieuwe vruchten. Verder weg dan ooit. Altijd voorbij mijn greep. En dat is goed zo. Zoals ik gisteren zeer poëtisch uitgelegd kreeg: “uiteindelijk spelen we allemaal viool met onze voeten”.